De bouw van de Nieuwe Kerk aan de Dam in Amsterdam werd omstreeks 1380 gefinancierd door Willem Eggert. De grond waar de kerk gebouwd is was een geschenk van Eggert. Hij werd ook in de kerk begraven in de speciaal voor hem gebouwde Eggertkapel. Daar staat ook nog altijd te lezen: Anno MCCCCXVII den XV dagh in julio starf den eerbaren heer Willem Eggert, heer tot Purmereynde.
Op 29 december 1410, twee maanden na zijn aanstelling, gaf Willem Eggert op verzoek van inwoners van het dorp Purmerend enkele rechten: “...oetmoedichs verzuecs wille mijnre gueder lude ende ghemeyne bueren inden banne des lands van Purmerend….”. Deze stadsrechten zijn een middeleeuws fenomeen dat voor veel steden onlosmakelijk is verbonden aan het proces van stadswording.
In 1912 kreeg de in Purmerend geboren beroemde architect Jacobus Johannes Pieter Oud zijn eerste grote opdracht. Hij ontwierp een cinema voor Nicolaas Hendrik Schinkel. Schinkel maakte faam met een rondreizend theater/kermis en deed ook Purmerend aan. Hij vond het een mooie plek om zich te vestigen. Cinema Schinkel werd gebouwd aan de Dubbele Buurt in Purmerend. In 1959 zorgde een andere Purmerendse architect, Jan Plas, voor een nieuwe modernere uitstraling van de cinema. Op 14 april 1982 werd voor het laatst een film in de cinema vertoond: “Vier vuisten op safari”. Het pand kreeg daarna diverse andere bestemmingen en er werd een andere gevel tegenaan geplakt. Wat zouden de architecten Oud en Plas gevonden hebben van deze moderne look?
Gelukkig ben je niet in de 'valkuil' getrapt door ervan uit te gaan dat het antwoord op de geheime code altijd de numerieke helft van genoemde getal was. Anders had je nu in de slotgracht gelegen. En zwemles kreeg je in 1416 nog niet...
In de 18e eeuw werd de Staten van Holland eigenaar van slot Purmerstein. Voor het onderhoud van het slot was maar weinig geld beschikbaar. Hierdoor veranderde het slot langzamerhand in een bouwval hetgeen duidelijk werd toen vanaf de schans bij het slot kanonschoten werden afgevuurd ter viering van de Vrede van Utrecht (1713). Door de trillingen stortte de zuidoostelijke toren in... Het stadsbestuur van Purmerend liet het slot in 1741 afbreken. De stenen werden o.a. hergebruikt om de Kaasmarkt te bestraten.
Voor de bouw van het Willem Eggert winkelcentrum in 1978 werden in de binnenstad van Purmerend talloze historische panden gesloopt. Gelukkig bleef het burgerweeshuis, dat dateert van eind 16e of begin 17e eeuw, dat net bespaard. Dit is het startpunt van onze ‘coördinatenwandeling’.
Keurig! Na de 'Da Vinci code' is nu ook de ‘Jan van Egmond code’ gekraakt!
Jan III van Egmond had niet alleen een postieve invloed in Purmerend. In 1490 ging het slecht met ons land, ook onder de inwoners van Purmerend heerste grote armoede. Dat weerhield Van Egmond er niet van een zware belasting in te voeren, het zogenaamde ruitergeld. De schuld van Purmerend liep daardoor snel op, waarop de graaf ten strijde trok tegen zijn eigen bevolking. Net als in veel andere plaatsen in Holland kwamen de Purmerenders in opstand. De in opstand gekomen bevolking droeg vaak banieren waarop brood en kaas afgebeeld stond, een eerste levensbehoefte. Daarom werd deze strijd ook wel de opstand van het Kaas- en Broodvolk genoemd.
Purmerend had vijf poorten om de stad te beschermen tegen de Spanjaarden: de Hoornsepoort (1589), Purmerpoort (1594), Neckerpoort (1599), de Amsterdamsepoort (1598) tegenover de Melkwegbrug en als laatste werd de Beemsterpoort (1612) gebouwd toen de Beemster werd drooggelegd. De naam van de poort gaf de locatie aan vanuit welke richting je kwam. Hoe ziet jouw route in Purmerend eruit als je net vanuit Neck door de poort komt?
De veemarkt vond op diverse plekken in de binnenstad plaats. Zo ging je voor pluimvee naar de kippenmarkt op het Slotplein. Varkens werden verhandeld op de varkensmarkt in de Eggertstraat. Op de Koemarkt werden uiteraard koeien verhandeld in de naastliggende Nukahal (waar nu de nieuwe Markthal staat) de kalveren. Naast die hal en naast Villa Clementine was de schapenmarkt (nu een parkeerplaats). Langs de Schapenmarkt loopt de Nieuwstraat en op die weg werden de paarden verhandeld.
In de handel onderhandelde men vroeger veel met ‘handjeklap’. Verkoper en geïnteresseerde slaan elkaar bij het loven en bieden in de hand om een prijs overeen te komen. Dit gaat net zo lang door tot de betrokken partijen overeenstemming over de prijs hebben bereikt. In dat geval geeft de verkoper geen klap, maar een handdruk.
210484, oftewel 21 april 1484 is de datum waarop Jan van Egmond de stad Purmerend de marktrechten toebedeelde.
Op de step werd in 1968 door Wim Zonneveld gezongen in de legendarische televisieserie Ja Zuster, Nee Zuster. Harry Bannink maakte de muziek, Annie M.G. Schmidt schreef de tekst. De beroemde schrijfster zou zich daarbij hebben laten inspireren door een krantenbericht over twee zesjarige jongens die in 1962 met een autoped van Amsterdam naar Purmerend stepten.
Als je vanaf de Kaasmarkt de Peperstraat inloopt zie je dat het begin van die straat veel hoger ligt dan het einde. Zonder deze verhoging (terp) had Purmerend er wellicht niet geweest. De terp gaf in de 12e/13e eeuw, midden in het moerassengebied, bescherming tegen het water. Dat was de reden dat mensen boven op de terp kwamen wonen, zij waren dus de eerste inwoners van Purmerend.